ZORG VAN WAARDE

Uroloog Rein Potjer:

PSA-controle
laagdrempeliger
voor patiënt

ZORG VAN WAARDE

Uroloog Rein Potjer:

PSA-controle laagdrempeliger
voor patiënt

"Wij adviseren de huisarts met welke frequentie de patiënt gecontroleerd wordt en bij welke PSA-waarde hij weer terug moet komen"

Een verhoogde PSA (Prostaat Specifiek Antigen)-waarde kán wijzen op prostaatkanker. Maar als na onderzoek blijkt dat daar geen sprake van is, is er geen medische reden waarom de patiënt bij de uroloog onder controle zou moeten blijven. Onze urologen gaan patiënten voor periodieke controles daarom terugverwijzen naar de huisarts.

In samenwerking met huisartsen in de regio is een protocol opgesteld dat vanaf dit najaar in de praktijk wordt gebracht. Het is een van de initiatieven in het kader van ‘Zorg van Waarde’, het zorgvernieuwingsprogramma in het ASz waarbij onder meer ‘de juiste zorg op de juiste plek’ centraal staat. “Voorheen hielden we deze patiënten zelf onder controle”, zegt uroloog Rein Potjer. “Welbeschouwd is dat niet nodig. Er zijn ook mannen die een hoge PSA-waarde hebben omdat ze een grotere of goedaardig vergrote prostaat hebben. Ieder heeft een eigen profiel.”


Tussen de duizend en tweeduizend patiënten gaan stapsgewijs terug naar de eerste lijn. De opsporing van prostaatkanker verandert niet. Rein: “Als de huisarts de PSA-waarde voor het eerst laat meten en die blijkt hoger dan drie, wordt de patiënt doorverwezen. Wij maken een echo en bevoelen de prostaat. Als er twijfel is, kan ook een MRI-scan worden gemaakt of een biopt genomen. Maar zodra we kanker eenmaal hebben uitgesloten, is het alleen maar onnodig duur om jarenlang bij ons onder controle te blijven.”


De huisarts krijgt de patiënt terug met het resultaat van de controle, de mogelijke verklaring voor de verhoogde waarde en een gericht advies. Rein: “Wij adviseren met welke frequentie de patiënt gecontroleerd zou kunnen worden en bij welke PSA-waarde we hem graag weer willen zien. Het advies is ook om boven de 75 jaar geen PSA meer te meten, omdat deze methode dan statistisch zijn waarde verliest.”


Huisarts Georgette Lemstra was betrokken bij de totstandkoming van dit protocol. Ze verwacht niet dat het voor huisartsen nu veel ingewikkelder wordt. “We zien alleen de patiënten die door de uroloog gezien zijn en géén prostaatkanker hebben. Voor mijn praktijk betekent dat ongeveer tien tot vijftien controles per jaar.” Georgette benadrukt dat er hierdoor meer verantwoordelijkheid bij de patiënt komt te liggen. “Het is voor huisartsen ondoenlijk om deze patiënten ieder jaar te herinneren aan hun controle. Daar moeten zij zelf goed op letten. Goede voorlichting hierover is dus van belang.”


Het protocol leverde volgens Georgette ook leerpunten op. “Ik wist bijvoorbeeld niet dat het geneesmiddel finasteride de PSA-waarde halveert. Een patiënt die dit medicijn gebruikt en een PSA-waarde van twee heeft, heeft in werkelijkheid dus PSA-waarde vier”, legt ze uit. “Het protocol is goed werkbaar, maar huisartsen zullen het niet snel volledig volgen. Zo staat in het protocol dat mannen met een plasdagboek op het spreekuur moeten komen. Maar dat zullen wij meestal pas in laten vullen, als op het consult blijkt dat er belangrijke plasproblemen zijn.”


De aandacht voor PSA als aanwijzing voor kanker ontstond in de jaren 80. “Het is vooral bij patiënten zelf erg gaan leven”, vertelt Rein. “Mannen op leeftijd vragen elkaar ‘Wat is jouw PSA?’ of sporen elkaar aan om het te laten meten. Het heeft de functie van geruststelling. In het onder controle houden van mannen met een hoog PSA in het ziekenhuis zijn wij wellicht wat doorgeschoten.”


Georgette herkent dit. “Ik probeer de PSA-controles zo veel mogelijk binnen de perken te houden. De test is namelijk niet zo’n goed screeningsinstrument. Van de 100 mannen die hun PSA laten testen, hebben 20 een te hoge waarde. Van die 20 heeft slechts 4 prostaatkanker. Maar 1 man daarvan zou ooit klachten krijgen van de prostaatkanker. Daarnaast is er ook een kleine groep die wél prostaatkanker heeft, terwijl hun PSA-waarde normaal is. Patiënten zonder klachten, die de PSA-waarde willen meten leg ik uit dat zij door die controle -en de informatie die dat op kan leveren- voor keuzes komen te staan die zij op dit moment helemaal nog niet willen of hoeven te maken.”

Deel deze pagina