MARCEL WILSCHUT

“Digitale middelen helpen ons nu meer dan ooit”

BeterDichtbij, FaceTalk, Siilo. Digitale hulpmiddelen die al bestonden vóór de corona-uitbraak, maar nu uit nood veel vaker en door meer zorgverleners gebruikt worden. Als het aan innovator van het ASz Marcel Wilschut ligt, laten we ze niet meer los: “Deze innovaties stellen ons in staat om de zorg efficiënter in te richten, beter samen te werken en de hoge druk te verlagen.”

De noodzaak Vóór het coronatijdperk liepen verschillende projecten om digitale contacten met patiënten te ondersteunen. Deze kwamen echter maar moeilijk van de grond. De coronacrisis brengt daar verandering in, omdat we nu wel moeten volgens Wilschut: ”Zonder deze middelen schat ik in dat we binnen de anderhalvemeterzorg tussen de 25% en 50% van de zorg fysiek kunnen aanbieden. En met alleen bellen gaan we het niet redden. In veel gevallen wil je als huisarts of specialist toch iemand zien en in de gaten houden.” Tijdwinst Wilschut maakt deel uit van een projectteam in het Albert Schweitzer ziekenhuis dat collega’s helpt de digitale zorg goed aan te bieden. Helaas signaleert Wilschut dat nog niet iedereen de nieuwe vormen van communicatie omarmt: “We zien voorlopers die de nieuwe technologie snel oppikken, maar ook collega’s die het lastig vinden of er zelfs tegen zijn. De kans bestaat dan dat patiënten voor een andere dokter kiezen als ze niet naar een fysieke afspraak durven.” Ook zien veel artsen het als iets dat er nog eens bij komt in het toch al drukke rooster, maar dat geldt volgens Wilschut alleen op korte termijn: “Doe je het er een beetje bij, dan komt het letterlijk erbij. De ervaring leert dat als je er echt werk van maakt, je er dan juist tijd mee zult winnen. Door bijvoorbeeld een vraag van een patiënt te beantwoorden via een appje kun je een consult voorkomen.”

“De inzet van digitale middelen biedt grote kansen in de patiëntenzorg, zeker nu die zorg meer op afstand geleverd moet worden. Als de middelen goed ingebed worden in het werkproces levert het zowel voor de patiënt als de arts een persoonlijke, prettige en veilige vorm van zorg verlenen.”

- Eva de Jongh, internist-hematoloog

Kans van slagen De coronacrisis heeft het gebruik van digitale middelen een flinke duw gegeven, maar wat blijft daarvan over in het ‘nieuwe normaal’? Wilschut: “We zijn nu in beweging gekomen, hoe permanent dat blijft kan ik niet goed voorspellen. Maar ik denk wel dat we de meerwaarde ervan inzien. Artsen en patiënten hebben tijd nodig om eraan te wennen. Ook heb je de motivatie nodig dat het je gaat helpen, en de vaardigheid om ermee aan de slag te gaan. Niet een keertje uitproberen, maar de grote stap durven maken. Dan gaat het voor je werken. En maak er goede afspraken over samen. Bijvoorbeeld dat de poli of assistent appjes afvangt voordat ze naar de arts gaan.” De invloed op samenwerken Gaan de digitale hulpmiddelen bijdragen aan een betere samenwerking? Wilschut verwacht van wel: “We hebben met zijn allen een serieus probleem, de zorg klapt uit zijn voegen. Dat noodzaakt ons om de zorg anders te organiseren, te beginnen op regionale schaal. Bijvoorbeeld door patiënten op afstand goed in de gaten te houden en daarmee een opname te voorkomen of verkorten. Je ziet dat Siilo samen overleggen makkelijker maakt en FaceTalk het mogelijk maakt om een patiënt thuis te blijven zien. Daarnaast zijn er nog legio manieren om iemand te monitoren. Bijvoorbeeld met een dagboek op de telefoon, een stappenteller of een elektronische pleister die de ademhalingsfrequentie, temperatuur en hartslag meet.” Ook de samenwerking tussen ziekenhuis en huisartsen profiteert volgens Wilschut van innovatie: “Een voorbeeld is anderhalvelijnszorg; een specialist bij de huisarts in de spreekkamer kan voorkomen dat mensen naar het ziekenhuis komen. Een meekijkconsult kan prima digitaal, dat bespaart veel tijd en verlaagt de druk.” De toekomst Wilschut en zijn team blijven het gebruik van digitale middelen evalueren en verbeteren. Hij ziet dan ook veel kansen om er in de toekomst winst mee te behalen in de zorg: “Over 5 tot 10 jaar is dit zoals we het doen. Van mij mag het nog sneller gaan, maar verandering gaat in stapjes. We gaan in ieder geval niet terug naar de oude situatie, wat we nu al doen houden we zeker vast.”

8 digitale initiatieven op een rij

  • BeterDichtbij De app waarin patiënten korte, niet-spoedeisende vragen kunnen stellen.
  • FaceTalk FaceTalk is de online spreekkamer voor patiënten om te beeldbellen met de arts.
  • MijnASZ De persoonlijke ziekenhuisomgeving waarin patiënten toegang krijgen tot hun eigen dossier.
  • Behandelpad-app Informatie over tal van behandelingen en andere belangrijke informatie voor ziekenhuispatiënten.
  • Pharmi-app Pharmi geeft medicijngebruikers begrijpelijke en gevalideerde informatie over het medicijn.
  • Siilo Een veilige messenger voor medische teams.
  • Belconsult Het eerste consult na een verwijzing via (beeld)bellen in plaats van face-to-face.
  • Mijnhuisartsapp Deze app geeft de patiënt toegang tot het eigen huisartsendossier.
“Patiënten willen hun huisarts goed kunnen bereiken en huisartsen zoeken naar manieren om routinetaken te automatiseren. Met Mijnhuisartsapp.nl kunnen patiënten laagdrempelig hun recept- en zorgvragen indienen.”
- Mustafa Yildirim, apotheker en ontwikkelaar Mijnhuisartsapp.nl
- Maarten den Breejen, huisarts

Deel deze pagina