Verhalen uit ons ziekenhuis

Margo Reniers vertelt.

"Als coördinator kindermishandeling en huiselijk geweld zie ik vrijwel alle verdenkingen in ons ziekenhuis voorbijkomen. Sommige slachtoffers vergeet je nooit meer, zoals baby Bram.”

Margo Reniers,

coördinator kindermishandeling en huiselijk geweld in het Albert Schweitzer ziekenhuis

Bram

"Als een baby van negen maanden een beenbreuk heeft, dan zijn we extra alert. De meeste baby’s zijn immers nog niet zo mobiel en heel flexibel. Daarbij hadden zijn ouders geen logische verklaring voor de breuk. En dus volgden we het protocol. We namen contact op met Veilig Thuis. Eerst nog voor advies. Toen het tweede gesprek met de ouders weer geen duidelijkheid gaf over het ontstaan van de breuk, deden we een melding. De ouders van Bram reageerden verdrietig op de melding, maar toonden ook begrip. Veilig Thuis startte een onderzoek naar de thuissituatie van Bram. In de tussentijd onderzochten we of de breuk een medische oorzaak kon hebben, zoals de broze bottenziekte. Maar uit het onderzoek kwamen geen afwijkingen naar voren. Bram was – los van de breuk – kerngezond. Gelukkig, maar we hadden nog steeds geen medische verklaring voor de fractuur. We stonden op scherp, en Veilig Thuis ook. Zij vertrouwden de situatie niet en zetten intensieve thuishulp in om het gezin te observeren en opvoedkundig te ondersteunen. Ondanks de begeleiding was het een paar maanden later weer mis: Bram werd met spoed opgenomen in een Rotterdams ziekenhuis vanwege ernstige stuipen. Uitgebreid onderzoek wees uit dat hij meerdere breuken en uitgebreid hersenletsel had. Bram overleefde dit ernstige letsel niet. Forensisch onderzoek wees uit dat er geen medische verklaring voor zijn letsel was. En dus dat het zeer waarschijnlijk door iemand was toegebracht. Het kon bijvoorbeeld zijn ontstaan doordat hij hard heen en weer werd geschud. Er volgde een strafzaak, maar die werd geseponeerd vanwege gebrek aan bewijs. Het was vrijwel zeker dat het letsel is toegebracht, maar onduidelijk was door wie." Helaas kwam de hulp voor Bram en zijn gezin te laat, de problematiek was te complex om in korte tijd op te lossen. Hij is 1 van de 50 kinderen die jaarlijks in Nederland overlijden als gevolg van kindermishandeling. In de meeste gevallen helpt ingrijpen wél. Zoals bij Feline en Sjaan (je leest hun verhaal hieronder).

Sjaan

"Sjaan heeft niet lang meer te leven. Ze heeft kanker en ligt al een aantal weken bij ons op de oncologieafdeling. We zorgen ervoor dat ze stabiel is en mag dan naar huis. We kunnen medisch gezien niets meer voor haar doen. Onze medisch maatschappelijk werker gaat daarom met haar in gesprek. Sjaan vertelt dat ze niet naar huis wil en al snel wordt duidelijk waarom. Sjaan was al wat ouder en alleenstaand. Ze woonde sinds haar 25e in een kleine kamer op het bedrijventerrein van haar werkgever, van wie ze volledig afhankelijk was. Ze mocht het terrein niet af, kreeg geen salaris en werd geestelijk en fysiek door haar werkgever mishandeld. Haar dierbaarste bezit was haar hondje Boris. Op mijn aanraden nam de medisch maatschappelijk werker contact op met haar werkgever, maar die weigerde ieder overleg en verkocht zelfs haar hond tijdens haar afwezigheid. Aangifte doen of een melding bij Veilig Thuis wilde Sjaan niet. Naar huis gaan ook niet. We vonden het belangrijk dat Sjaan haar laatste levensfase in een veilige omgeving door kon brengen. Onze maatschappelijk werker ging daarom in gesprek met verschillende hulpinstanties. Uiteindelijk vond ze een veilige woonruimte met goede verzorging. Sjaan vertelde ons dat ze nog nooit zo gelukkig was geweest. Helaas mocht het maar een half jaar duren. Sjaan overleed in haar nieuwe woonruimte aan de gevolgen van kanker." Ouderenmishandeling is een onderschat probleem en wordt niet altijd herkend. Exacte cijfers zijn niet bekend, maar jaarlijks zijn naar schatting zo’n 200.000 ouderen het slachtoffer van mishandeling. Dat is 1 op de 20 ouderen! Daarbij gaat het zowel om lichamelijke mishandeling als om verwaarlozing, psychische mishandeling en financiële uitbuiting.

Féline

“De 8-jarige Féline is door de huisarts naar ons verwezen vanwege vermoedens van seksueel misbruik. Haar vader verdenkt een aantal oudere jongens uit de buurt. De kinderarts heeft mij gevraagd om aan te sluiten bij het consult met Féline en haar vader. We nemen de anamnese af op een zonnige vrijdagmiddag. Féline zit er onwennig bij en haar vader maakt een gespannen indruk. Hij weet niet precies wat er is gebeurt. Félines vader zegt tijdens het gesprek niet precies te weten wat er is gebeurd, maar hij heeft gezien hoe zijn dochter naar een schuurtje is gelokt en hij heeft haar horen gillen. Féline zegt echter dat er niets is gebeurd. Ze speelde vaker met de buurtjongens, die van haar eigen leeftijd zijn. Ze zochten die ene keer naar een bal, maar kwamen grote spinnen tegen in de schuur. Maar haar vader hield voet bij stuk: zijn dochter is misbruikt en hij maakte zich ernstige zorgen over haar. En niet alleen over haar, ook over haar moeder. Die zou na hun scheiding in het criminele circuit terecht zijn gekomen. Hij kwam zeer verward en gejaagd over. Helemaal toen hij vertelde over de problemen met zijn psycholoog en justitie vanwege een gedwongen opname. Féline zag er verdrietig uit. Toen haar vader stopte met praten, vroeg ze of ze naar haar moeder mocht. Het gesprek maakte ons duidelijk dat de vader van Féline met ernstige psychische problemen kampte. Het verhaal van misbruik leek niet te kloppen. We besloten om Féline niet verder lichamelijk te onderzoeken. We deelden onze zorgen over de veiligheid van haar en haar 10-jarige broer met de vader en met zijn medeweten belde de kinderarts met Veilig Thuis. In de tussentijd sprak ik de moeder van Féline. Zij bevestigde dat het niet goed ging met haar ex-man. Ze wist niet beter dan dat Féline met hem meeging naar de oogarts. Met Féline ging het goed, zei ze. Het meisje had veel vriendinnen en deed het goed op school. Ze vertelde dat ze kortgeleden contact heeft gehad met het Jeugdteam. Zij geven informatie en advies en beantwoorden vragen van jongeren en opvoeders over opvoeden en opgroeien. Veilig Thuis adviseerde ons om een melding te doen en met het Jeugdteam te overleggen om afspraken te maken voor het weekend. Ze spraken af dat de moeder van Féline haar ex-man niet binnen zou laten en de vader beloofde zijn gezin met rust te laten. Als het nodig was, kon de moeder de crisisdienst inschakelen. Die maandag ging het Jeugdteam in gesprek met de ouders van Féline. Ze koppelden aan mij terug dat de vader zich –op aanraden van het Jeugdteam- vrijwillig had laten opnemen. De moeder nam de volledige zorg op zich en er was een spoedaanvraag gedaan voor de KOPP-groep. Dit is begeleiding voor kinderen met een ouder met psychiatrische problematiek. Veilig Thuis besloot zelf geen verder onderzoek te doen, maar ondersteunde het Jeugdteam.” Gelukkig was er bij Féline sprake van vals alarm. Helaas geldt dat niet in alle gevallen. Op 18-jarige leeftijd heeft ongeveer een derde in zijn of haar leven een vorm van seksuele grensoverschrijding meegemaakt, 40,9 % van de meisjes en 22,9 % van de jongens. Bron: Rutgers en Movisie, 2018