“De AZA Merwede-afdeling is nu al een zinvolle oplossing.”
Betere doorstroom en zorg voor kwetsbare ouderen is één van de initiatieven in de strategie van het ziekenhuis. De in juli geopende AZA (acute zorgafdeling)-Merwede is een mooie mijlpaal. Aanjagers Tom Wouters en Hans Koning vertellen over de status en de toekomst van deze constructie.

Tom Wouters

Hans Koning
Verbeteren doorstroom Tom Wouters is Internist acute geneeskunde bij het ASz, Hans Koning is Specialist Ouderengeneeskunde bij PZC Dordrecht. Ze zagen beide de noodzaak om de zorg voor kwetsbare ouderen anders te organiseren. Hans: “Er zijn steeds meer ouderen met multimorbiditeit. Dat maakt ze heel kwetsbaar, een kleine ontregeling kan al tot een cascade leiden. In korte tijd kunnen patiënten van relatief zelfstandig met thuiszorg, overgaan tot heel afhankelijk van zorg.”
Tom: “Die kwetsbaarheid komt tot uiting op de SEH. Een kleine somatische prikkel laat het systeem al als een kaartenhuis in elkaar vallen. De SEH en de kliniek van het ziekenhuis zijn ingericht op het snel en efficiënt oplossen van een somatisch probleem, maar niet op multimorbide, complexe zorg en nazorg.”
Acute zorgafdeling (AZA) voor kwetsbare ouderen Het is dus van belang dat kwetsbare ouderen een goed vervolg krijgen als ze van de SEH komen en tegelijkertijd niet onnodig een ziekenhuisbed bezet houden. Een oplossing is gevonden in de AZA. Het ASz heeft deze afdeling samen met PZC gevormd. De afdeling telt zestien eerstelijns verblijfbedden (ELV) in het Schweitzerhuis, naast het ziekenhuis (Dordwijk). Daar kunnen oudere, kwetsbare patiënten heen die medisch gezien geen ziekenhuiszorg nodig hebben, maar nog niet naar huis kunnen. Zo beperkt het initiatief de instroom van patiënten in het ASz en versnelt het de doorstroom.
Criteria Wanneer komen patiënten in aanmerking voor opname op de AZA? Hans en Tom hebben daar samen met collega’s uit de verpleging criteria voor opgesteld. Hans: “In principe komt iedereen met somatische klachten in aanmerking, maar we hebben een aantal uitzonderingen opgesteld. Waaronder patiënten die al een Wlz-indicatie hebben, of patiënten met ernstige psychotische klachten of dementie.”
Drie groepen Tom: “We hebben een inventarisatie gedaan en onderscheiden drie groepen patiënten: de eerste groep bestaat uit patiënten die zich presenteren na een trauma of val en daarna niet in staat zijn naar huis te gaan, zonder dat er een medische reden tot ziekenhuisopname is. De tweede groep bestaat uit patiënten die voor een tijdelijk somatisch probleem kortdurend zorg of ondersteuning nodig hebben, zoals bij tijdelijke zwakte tijdens een griep- of corona-infectie. En de derde groep is dat deel van de patiënten van groep één en twee die we voorheen wel naar huis stuurden, maar dan met dichtgeknepen billen; “als dat maar goed gaat”. Bijvoorbeeld als ze na een val net wel konden staan, of met griep net wel naar huis konden. Het grijze gebied. Voorheen hielden deze groepen gerust een week een ziekenhuisbed bezet. Dat is duur en niet optimaal voor het herstel.”
Hans: “Het ging ook vaak om alleenstaande patiënten die geen beroep kunnen doen op mantelzorg.” Tom: “Met de AZA houden we deze groep fysiek buiten het ziekenhuis, op een afdeling met de juiste expertise voor een bredere analyse en een op maat gemaakt vervolgadvies.”
Negen dagen overbrugging De AZA versnelt de doorstroom. Hans: “Er zit nu meer spoed achter. Patiënten gaan na negen dagen terug naar huis. Lukt dat niet, dan bieden we een vervolgoplossing. Bijvoorbeeld naar de revalidatieafdeling, of naar een verpleeghuis. Daar is negen dagen extra financiering voor voorzien, waarmee we met grotere snelheid iemand in kaart kunnen brengen en snel herstel kunnen inzetten. Zo kunnen patiënten in een veilige omgeving herstellen en verkleinen we de risico’s op extra zorg.”
Opschalen In het voorwoord van deze Albert Contact schrijft Annemiek Rutters (lid raad van bestuur ASz) dat patiënten en collega’s tevreden zijn en opschalen een volgende stap is. Hoe ziet dat eruit? Hans: “Als eerst gaan we onze openingstijden uitbreiden. Aanmelden kan nu tot 17:00 uur, opnemen tot 20:00 uur. Dat willen we uitbreiden naar 23:00 uur.” Is een vervolgstap ook dat patiënten via hun huisarts terecht kunnen op de AZA? Tom: “Als dat goed en zorgvuldig gebeurt, zoals de ingangsanalyse die we nu via de SEH doen, zou dat kunnen. De kracht van dit systeem zit wel in het onderling vertrouwen en de korte overleglijnen die onze vakgroep heeft met Hans en PZC Dordrecht. Als bijvoorbeeld na onderzoek op de SEH een somatisch probleem erger is dan verwacht, moet je makkelijk kunnen terugverwijzen. Dat is in de eerste lijn uitdagender. Maar met de toenemende druk op de hele keten en de SEH kan verwijzen vanuit de eerste lijn voordelig zijn.”
Meer van deze constructies in de toekomst? Is er ook een oplossing voor patiënten die niet in aanmerking komen voor de AZA? Hans: “Er zijn onderhandelingen met onze collega’s van Het Parkhuis over eenzelfde constructie voor patiënten met dementie. Daarnaast wachten veel mensen in het ziekenhuis op een Wlz-plek. We hebben afgesproken dat de patiënten vanuit AZA met urgentie worden doorgeplaatst. Dat zou ook vanuit het ziekenhuis moeten, maar het systeem kraakt. Er is bijna nooit leegstand, elke plek die vrijkomt wordt gevuld.”
Tom: “Een voorbeeld: de geriatrie-afdeling heeft normaal 24 bedden. Vaak is ruim de helft al somatisch uitbehandeld en wachtend op een vervolgplek. Dat vraagt onnodig veel capaciteit. Nazorg vraagt in de praktijk vaak om een permanente opnameplek, PG-observatie of revalidatie. We kunnen kritisch kijken of patiënten met een kleine somatische ondersteuning versneld kunnen uitstromen uit het ziekenhuis, naar een afdeling zoals AZA. Nu is die er alleen nog in het acute moment, maar het kan ook voor andere categorieën.”
Andere ideeën Hoe kan de doorstroom van kwetsbare ouderen nog meer worden verbeterd? Hans: “Een initiatief in ontwikkeling is om de bemoeienis van de SO in de thuissituatie verder te vergroten. Zo kan snel gehandeld worden bij een eventuele ontregeling en kunnen we SEH-opname uitstellen of voorkomen.”
Tom: “We zetten met de huisarts steeds vaker het Meekijkconsult in, waarbij de huisarts veel laagdrempeliger met de specialist kan overleggen. Een ander idee is de inzet van een transferverpleegkundige op de SEH. De lijntjes met AZA hebben we nu met de vakgroep zelf, idealiter besteden we dat uit aan iemand die het volledige zorgnetwerk kent -ook voor mensen die buiten de criteria vallen. Of om sneller aanvragen te doen voor zorg na het ziekenhuis. De gesprekken daarvoor lopen met het transferbureau.”
De ingrediënten van succesvol samenwerken Annemiek Rutters vindt de AZA een mooi voorbeeld van samen optrekken en elkaar vertrouwen. Wat is het geheim? Tom: “We hebben een goede samenwerking. Als je het zorgverleners zelf laat uitzoeken, kom je onderling al snel op één lijn. Dat heeft ervoor gezorgd dat we snel konden schakelen. Daarbij zijn we goed ondersteund door mensen van PZC en ASz op bestuurlijk niveau.”
Hans: “We hadden niet de illusie dat we het meteen volledig dicht konden timmeren, gaandeweg hebben we per patiënt gekeken naar de uitsluitingscriteria. En nog kijken we per patiënt naar de situatie, anders maak je het onnodig moeilijk. We zijn nu een paar maanden bezig, maar de AZA is nu al een zinvolle oplossing. En tegelijkertijd één stukje van de hele puzzel.
Uitbreiding van de openingstijden is de volgende stap, op naar 24/7.” Tom: “Dat gaat al een mooie toevoeging zijn. De laatste paar uur overbruggen we in het ziekenhuis, dan hebben we al een hele hoop ondervangen.”
Deel deze pagina
