Netwerkgeneeskunde is één van de vier pijlers in de toekomstvisie van de Federatie Medisch Specialisten (FMS). Voorzitter Peter Paul van Benthem pleit voor meer ruimte voor zorgprofessionals om hun innovatiekracht te benutten. Wat is daarvoor nodig en hoe ga je om met struikelblokken als ICT en financiën?
“Geef dokters de ruimte”
Peter Paul van Benthem (1961) studeerde in Rotterdam, promoveerde aan het UMCU en werkte 23 jaar in een vrijgevestigde maatschap bij het Gelre ziekenhuis in Apeldoorn. Sinds 2015 is Van Benthem hoogleraar en hoofd van de afdeling KNO in het LUMC. In januari 2020 volgde hij Marcel Daniëls op als voorzitter van de FMS. De medisch specialist in 2025 In 2017 maakte de FMS haar visiedocument voor de toekomst van de medisch specialist. De hoofdboodschap: samenwerken en vertrouwen, zowel voor zorgprofessionals als patiënten. Hoe ver is de FMS met het realiseren ervan? Van Benthem: “We zien dit gedachtegoed steeds meer in de praktijk van de medisch specialist. Zoals digitale zorg, netwerkgeneeskunde en verschillende manieren van zelfmanagement voor de patiënt. Ook zien we het gedachtegoed achter deze visie terug in de manier waarop medisch specialisten de COVID-19-crisis aanpakken. En met de ruim 215 initiatieven in heel Nederland voor de juiste zorg op juiste plek zijn we enorm op dreef. Daaraan zie je dat er genoeg innovatiekracht is vanuit zorgprofessionals, van specialist tot huisarts.”
Netwerkzorg Volgens de Federatie Medisch Specialisten is netwerkgeneeskunde een van de beste manieren om juiste zorg op de juiste plek te realiseren. Van Benthem noemt een voorbeeld: “De longartsen die samenwerken met huisartsen om de patiënten vervroegd naar huis te sturen en via telemonitoring in de gaten te houden. Een uitstekend voorbeeld van fysieke en digitale zorg.” De FMS verwacht dat met netwerkzorg de lijnen steeds meer verdwijnen. Van Benthem: “In ketenzorg plakken we alle stappen zo efficiënt mogelijk achter elkaar. Bij netwerkzorg kijken we naar de behoefte van de patiënt en wie daarvoor aan de bal moet zijn. Dokters zijn veel minder gebonden aan de stenen van het ziekenhuis. Ze gaan naar een ander ziekenhuis om hun expertise in te brengen, naar huisartsenpraktijken om daar anderhalvelijnszorg te leveren, naar academische centra om topreferente functiezorg te leveren en reizen achter hun patiënten aan om ze verder te controleren. Of het nu een Vereniging Medisch Specialisten in Dienstverband betreft, of een Medisch Specialistisch Bedrijf, we zien dat de verenigingen van medisch specialisten netwerkgeneeskunde steeds hoger op hun agenda zetten en samen met de raad van bestuur in het ziekenhuis zoeken naar mogelijkheden om hun patiënten de juiste zorg op de juiste plek te bieden.” Gedeelde regie De medisch specialist beweegt zich in een flexibel netwerk van zorgprofessionals met de patiënt als uitgangspunt. Wat vraagt dat van de medisch specialist? “Dat je initiatiefnemer bent voor het bouwen van een netwerk, eindverantwoordelijk bent voor de zorg binnen dat netwerk en spelverdeler moet zijn. Die taken wissel je af met verschillende zorgverleners, waarbij je de regie overdraagt. Dat vereist natuurlijk goede afspraken.” De COVID-periode toont aan dat zorgprofessionals elkaar goed weten te vinden: “We hebben elkaar nodig. Van verpleeghuizen om versneld patiënten over te nemen, tot huisartsen om de mensen via telemonitoring in de gaten te houden. We zijn veel meer bewust van elkaars aanwezigheid en beschikbaarheid.” ICT en privacy De FMS schreef in november 2020 een brief aan de Tweede Kamer over de juiste zorg op de juiste plek. De FMS vraagt de Kamerleden om oplossingen voor de struikelblokken ICT en financiën. Van Benthem: “ICT is nu zo’n lappendeken dat we de meest elementaire gegevens niet in kunnen zien en dat geeft vaak problemen bij overdracht. De beperkte investeringsruimte bij ziekenhuizen zal nooit leiden tot fantastische ICT-systemen. Daarom ben ik er voorstander van om het Nationaal Groeifonds in te zetten voor een landelijke ICT-infrastructuur in de zorg. Een gebruiksvriendelijk dossier voor alle zorgverleners, met alle medisch inhoudelijke gegevens om zo goed mogelijk te kunnen helpen en met e-health features.” Wat moeten we met de privacyproblemen? Van Benthem: “Driekwart van de mensen die ik zie, zeggen: “Dat staat toch in het systeem?”. Ze zeggen niet: “Wat fijn dat u niet in mijn gegevens kon en mijn privacy beschermt.” De balans tussen privacy en praktijk is ontzettend groot. Ik vind dat we veel meer de randen op moeten zoeken, andere landen doen dat wel.”
“Dokters zijn veel minder gebonden aan de stenen van het ziekenhuis”
Financiën Van Benthem ziet een grote rol voor zorgverzekeraars als het om de financiën gaat: “Congruent gedrag van verzekeraars is essentieel. Willen we de zorg anders organiseren, dan moeten alle zorgverzekeraars mee. Ik ben voorstander van een rijker gesprek tussen ziekenhuis en zorgverzekeraars, met medisch specialisten aan tafel. Hoe doen we het over vijf jaar, welke issues pakken we als eerste aan? Met meerjarencontracten en langetermijnafspraken werk je ook financieel in de goede richting.” Intrinsieke motivatie Hoewel de FMS graag de struikelblokken ziet verdwijnen, blijkt de motivatie van dokters in de praktijk vaak al sterk genoeg om ze te overwinnen. Van Benthem: “Dokters zijn slim, daadkrachtig en intrinsiek gemotiveerd. Dat leidt tot grote innovatiekracht. Daarom vraag ik van de overheid, beleidsmakers en instituten om dit de kern van hun beleid te maken. Geef dokters de ruimte en vertrouwen, zorg dat je die innovatiekracht faciliteert en rem het niet met wet- en regelgeving.” Van Benthem noemt het medisch leiderschap en haalt ook hier COVID als voorbeeld aan: “Op alle niveaus heb ik leiderschap gezien. Jullie hebben in het ASz patiëntenstromen verlegd, cohortafdelingen ingericht, IC’s opgeschaald, mensen opgeleid. Allemaal op basis van medisch leiderschap, dat ruimte en vertrouwen heeft gekregen. Laten we dat bewaren en bewaken en niet terugschieten in controleren en beheersen. Doen we dat wel, dan verliezen we innovatiekracht en doen we de kwaliteit van de patiëntenzorg tekort. Zeker naar de toekomst toe.” Druk en dankbaarheid Van Benthem combineert meerdere rollen en taken, maar vindt toch voldoende tijd om te innoveren. Hoe ga je om met de tijdsdruk? “In de zorg is veel druk. We moeten veel patiënten zien, de administratieve lasten zijn hoog. Je kiest bewust voor dit vak met alle verantwoordelijkheden, de druk en stevige uren. Je kunt dit alleen maar doen als je bevlogen bent. Innovatie moet ook uit jezelf komen. Als het druk is moet je er toch bij stilstaan of iets beter kan. De kunst is om die gedachten de ruimte te geven en met elkaar te ontwikkelen. Dat vereist een cultuur waarin je elkaar de ruimte geeft, beloont en faciliteert. Dan leidt het tot grote dingen.” Arbeidsvreugde Zo is op initiatief van Van Benthem het Apeldoorns duizeligheidscentrum opgezet. “Mensen met duizeligheidsklachten lopen daar vaak lang mee rond, zonder verbetering. Gefaciliteerd door het ziekenhuis hebben we met neurologen en KNO-artsen patiënten onderzocht en zijn met ze gaan praten. De gemiddelde klachtenduur was 2,5 jaar, na het bezoek aan ons ging 85% met een diagnose en behandeladvies naar huis. Dat geeft arbeidsvreugde, daar doe je het voor.” Van Benthem sluit af met een tip: “Heb je een plan? Zoek je zorgcollega’s op en praat erover. Sta open voor suggesties van anderen. Niet doordrammen, maar: “Ik heb een idee, denk eens mee.” Maak je plan in open dialoog en zoek dan de facilitatoren erbij om je plan waar te maken.”