Samen werken aan mentale gezondheid jongeren
‘Veerkrachtige Dordtenaren in een gezonde stad’ is de titel van de Lokale Nota Gezondheid 2024-2027* van de gemeente Dordrecht. In deze nota staat hoe de gemeente Dordrecht bijdraagt aan de fysieke en mentale gezondheid van haar inwoners. Met een brede kijk op gezondheid want ‘Gezond zijn, is meer dan niet ziek zijn. Het gaat over het vermogen van mensen om met uitdagingen in het leven om te gaan en daar zelf de regie over te blijven voeren.’

Een belangrijke ambitie in de nota is het verbeteren van de mentale gezondheid van jongeren. Mia Maleton, beleidsadviseur Jeugd en Gezondheid bij de gemeente Dordrecht licht het toe: “Vooral bij jongeren zien we dat de mentale gezondheid onder druk staat. Jongeren ervaren steeds vaker en in hogere mate stress. Oorzaken zijn prestatiedruk, overmatig gebruik van sociale media, de angst om iets te missen en het gevoel dat ze van alles moeten doen. Omgaan met de uitdagingen in het dagelijks leven wordt hierdoor steeds moeilijker. Als gemeente dragen we eraan bij om dit aan te pakken. Hierbij richten we ons vooral op preventie, het bespreekbaar maken en het bieden van laagdrempelige handvatten om met de eigen mentale gezondheid aan de slag te gaan. Dit doen we samen met diverse partners zoals de GGD en Drechtdokters.”
Praktijkondersteuner Jeugd GGZ (POH) “Een succesvolle aanpak waar we al een aantal jaren mee werken is de Praktijkondersteuner Jeugd GGZ bij de huisarts” vertelt Eline de Koning, eveneens beleidsadviseur Jeugd en Gezondheid bij de gemeente. Dit is een samenwerking met Drechtdokters. Veel aangesloten huisartsen hebben deze praktijkondersteuner al beschikbaar binnen hun praktijk. Met de inzet van de POH voorkomen we onnodige doorverwijzingen naar specialistische jeugdhulp. Het is een laagdrempelige en toegankelijke manier om vroegtijdig problemen te signaleren en aan te pakken.”
Mia Maleton vult aan: “Het werkt eigenlijk zo: eerst heeft de huisarts een gesprek met de jongere. Het gaat dan vaak om situaties waardoor de jongere mentaal vastloopt, zoals gepest worden, ouders die gaan scheiden, of eenzaamheid. De huisarts kan de jongere doorverwijzen naar de praktijkondersteuner waar hij meestal binnen twee weken terecht kan. De POH brengt in kaart wat er aan de hand is, waarbij alle mogelijke aspecten worden bekeken: de situatie in het gezin, op school, op de sportclub, sociale contacten, enzovoort. Daarna zet de POH meteen de nodige acties in gang. Bijvoorbeeld het actief inschakelen van de school, een gesprek met de ouders of een aantal begeleidingsgesprekken met de jongere bij de POH zelf. En dit blijkt heel goed te werken want maar liefst in 90% van de gevallen worden de problemen binnen het eigen netwerk opgelost. Je kunt je voorstellen dat dit heel veel druk wegneemt bij de tweede lijn. En natuurlijk wordt er verwezen naar specialistische gezondheidszorg als dat nodig is.”
Goedwerkend netwerk “We zien dat er steeds meer samenwerkingen in onze regio tot stand komen om de gezondheid van onze inwoners te verbeteren. En daar zijn we heel blij mee. Het is ook echt nodig om de zorg beschikbaar en betaalbaar te houden” zegt Eline de Koning. “Misschien is onze grootste uitdaging wel om deze hoeveelheid netwerken goed te laten werken.”
Deel deze pagina
